Meinweg Ecotop 2018

Op zaterdag 6 oktober 2018 vond de elfde Meinweg Ecotop plaats. Het thema van de Meinweg Ecotop 2018 was: "Veranderingen in de natte natuur in ruimte en tijd". De dag bestond zoals gebruikelijk uit een ochtenddeel met presentatie over de natuur in de grensstreek en een middagprogramma op diverse locaties in het veld. 

De 133 deelnemers werden dit jaar op Landgoed Kasteel Daelenbroeck welkom geheten door Dhr. P. van de Rijdt, Hoofd Staatsbosbeheer in Limburg. Die in zijn welkomstwoord inging op het belang van een goede samenwerking tussen de verschillende organisaties. De samenvatting van de presentaties en presentaties kunt u hieronder nog eens nalezen. Het ochtendprogramma bestond uit de volgende lezingen:

  • De uitzetting van de Knoflookpad, de padden individueel gevolgd. Rob Geraeds, Natuurhistorisch Genootschap in Limburg
  • Beverrat en Muskusrat in de grensstreek. Ansgar Reichmann, Biologisch Station Krickenbecker Seen
  • Winnaars & Verliezers; Veranderingen in de Libellenstand van de Meinweg. Jan Hermans, Natuurhistorisch Genootschap in Limburg
  • Ontwikkeling van watergebonden vogels in de Duitse grensstreek. Stefanie Pleines, Biologisch Station Krickenbecker Seen
  • Natte natuurontwikkeling in de Nederlandse grensstreek. Jan Boeren, Stichting Koekeloere.

Tijdens het middagprogramma werden wandelingen gehouden in het Blankwater bij Boukoul, het Melicker- en Vlodropperven en het Herkenboscher Broek.


Een fotoverslag van de 11e Meinweg Ecotop vindt u hier.

Samenvattingen presentaties

De uitzetting van de Knoflookpad, de padden individueel gevolgd. Rob Geraeds (NHGL)
 
De Knoflookpad is de meest bedreigde amfibiesoort in de Meinweg. Waar de soort in het verleden in 16 wateren in de Meinweg is aangetroffen, resteerde er in 2010 nog slecht 1, waar nog maar 2 dieren werden gehoord. Om uitsterven te voorkomen is in 2011 met een reddingsplan gestart. Het laatste voortplantingswater is jaarlijks in het voorjaar uitgerasterd. Naar het water trekkende dieren zijn gevangen  en in een kooi in het water geplaatst. Eisnoeren die hierin werden afgezet zijn opgekweekt en de dieren zijn vervolgens weer naar de Meinweg teruggebracht. Om het succes te kunnen volgen zijn vanaf 2014 ook jaarlijks enkele wateren uitgerasterd waar Knoflookpadden zijn uitgezet. In de eerste jaren werden 2 tot 7 Knoflookpadden gevangen. In 2018 zijn in totaal 72 verschillende padden gevangen en werden in totaal 34 roepende dieren in 8 wateren gehoord. Uitsterven lijkt vooralsnog te zijn voorkomen, maar het is nog te vroeg om te beoordelen of de soort in de Meinweg is gered.

De uitzetting van de Knoflookpad, de padden individueel gevolgd - R. Geraeds - NHGL
Uitzetting Knoflookpad_Ecotop2018_RGeraeds.pdf (3.67MB)
De uitzetting van de Knoflookpad, de padden individueel gevolgd - R. Geraeds - NHGL
Uitzetting Knoflookpad_Ecotop2018_RGeraeds.pdf (3.67MB)


De Beverrat en Muskusrat in de grensstreek. Dr. Ansgar Reichmann (BSKS)


In zijn lezing zal Ansgar Reichmann de exoten Beverrat en Muskusrat kort introduceren en de meest voor de hand liggende invloeden van de twee watergebonden knaagdieren op de vegetatie en op de fauna in natte natuurgebieden beschrijven. Het betreft hier niet zo zeer een onderzoek, maar feiten/bijzonderheden op basis van observaties gedurende meerdere jaren. De vraag wordt gesteld hoe we in de toekomst met deze twee soorten moeten omgaan.

De Beverrat en Muskusrat in de grensstreek - A Reichmann - BSKS
Nutria_Bisam in Naturschutsgebieten_Ecotop2018_AReichmann.pdf (5.79MB)
De Beverrat en Muskusrat in de grensstreek - A Reichmann - BSKS
Nutria_Bisam in Naturschutsgebieten_Ecotop2018_AReichmann.pdf (5.79MB)

 

Winnaars & Verliezers; Veranderingen in de libellenstand van de Meinweg. 
Jan Hermans (NHGL)


Sinds de zestiger jaren van de vorige eeuw wordt er in de Meinweg al onderzoek verricht aan de libellenfauna. De eerste die waarnemingen over libellen verzamelde was Greven (1975), gevolgd door Belle (1966) en Hermans (vanaf 1975). Ook van andere auteurs verschenen na 1992 diverse publicaties in het Natuurhistorisch Maandblad. De soortensamenstelling van de libellenfauna is  na 1990 nogal veranderd door uitgevoerde herstelmaatregelen aan vennen en de effecten van klimaatverandering; er is sprake van winnaars en verliezers. In totaal zijn er in de Meinweg 53 soorten libellen waargenomen in de afgelopen decennia. Eén soort (Speerwaterjuffer) is uitgestorven; vijf soorten komen onregelmatig voor; zeven soorten zijn zwervers of gast. De overige 40 soorten kan men indelen in winnaars en verliezers. Een aantal soorten, die al voor 1990 populaties in het gebied hadden, vertonen een matige tot forse toename; voorbeelden hiervan zijn Grote keizerlibel (Anax imperator), Koraaljuffer (Ceriagrion tenellum) en Tengere pantserjuffer (Lestes virens). Een andere categorie betreft soorten die na 1990 zijn verschenen, voornamelijk begunstigd door veranderende klimaatomstandigheden: Bruine winterlibel (Sympecma fusca), Bruine korenbout (Libellula fulva) en Vuurlibel (Crocothemis erythraea).
Een aantal soorten vertoont na 1990 achteruitgang: een matige achteruitgang geldt bijvoorbeeld voor Tangpantserjuffer (Lestes dryas) en witsnuitlibellen (Leucorrhinia); een forse achteruitgang na 2010 is aantoonbaar voor Maanwaterjuffer (Coenagrion lunulatum) en Venglazenmaker (Aeshna juncea).
Toekomstige aandachtspunten voor het behoud van een gevarieerde libellenfauna in de Meinweg zijn: 
• in stand houden van een cyclisch beheer van vennen en poelen, waarbij het creëren van kleinschalig pionier-situaties van belang is in combinatie met een blijvende bestrijding van verzuring en eutrofiëring;
• hoge prioriteit voor de bestrijding van de voortschrijdende verdroging van ven-oevers met veenmos- en hoogveenvegetaties 
• het blijven monitoren van diverse soorten, waarbij onder andere regelmatig larvenonderzoek van belang is; door de toename en mogelijk permanente vestiging van warmteminnende soorten zal de soortensamenstelling zich ongetwijfeld verder gaan wijzigen.

Winnaars & Verliezers; Veranderingen in de libellenstand van de Meinweg- J. Hermans - NHGL
Libellen_Winnaars_Verliezers_Ecotop2018_JHermans.pdf (2.78MB)
Winnaars & Verliezers; Veranderingen in de libellenstand van de Meinweg- J. Hermans - NHGL
Libellen_Winnaars_Verliezers_Ecotop2018_JHermans.pdf (2.78MB)


Ontwikkeling van watergebonden vogels in de Duitse grensstreek.  Stefani Pleines (BSKS)

Sinds de jaren zestig worden de watervogels geteld in het natuurreservaat Krickenbecker Seen. Het Biologisch Station Krickenbecker Seen inventariseert daarnaast sinds 1990 regelmatig broedvogels in belangrijke natuurgebieden, die allemaal deel van het Grenspark Maas-Swalm-Nette. In 2017 is het Biologische Station begonnen met het opstellen van een actieplan mbt de rust en broedgebieden voor vogels voor het gehele, 7800 ha grootte, Grenspark Maas-Swalm-Nette. Voor wat betreft water, riet en moerassengebieden worden aantalsontwikkelingen over een periode van 50 jaar gepresenteerd. Er worden drie watergebonden niet broedvogels (Slobeend, Krakeend, Grote zilverreiger) en vier soorten broedvogels (Kleine karekiet, Waterral, Blauwborst en Dodaars) besproken. De aantalsontwikkeling wordt vergeleken met waarnemingen aan Nederlandse zijde (Meinweg). Er zijn interessante, ook grensoverschrijdende veranderingen in vogelpopulaties. Er wordt kort ingegaan op mogelijke oorzaken. Eventuele beheersmaatregelen worden aangegeven.

Ontwikkeling van watergonden vogels in de Duitse grensstreek - S. Pleines- BSKS
Wassergebundener Vogel Grenzregion_Ecotop2018_SPleines.pdf (4.22MB)
Ontwikkeling van watergonden vogels in de Duitse grensstreek - S. Pleines- BSKS
Wassergebundener Vogel Grenzregion_Ecotop2018_SPleines.pdf (4.22MB)


Natte natuurontwikkeling in de Nederlandse grensstreek. Jan Boeren, Stichting Koekeloere 

Het Nederlandse natuurbeleid is/was gericht op het behouden van de bestaande natuur en het verbinden en ontwikkelen van nieuwe natuurgebieden. Dit was vastgelegd in het Natuurbeleidsplan uit 1990. In de grensstreek heeft dit een aantal nieuwe gebieden opgeleverd. De natuur die zich hier heeft ontwikkeld is vooral afhankelijk van voedselarme kwel afkomstig van het Duitse hoogterras. Enkele voorbeelden worden besproken; o.a het Meerlebroek, een landbouwgebied dat na afgraving een zeer vogelrijk gebied is geworden van het habitattype 7150- Pioniersvegetatie met snavelbiezen. Een ander voorbeeld is  het Blankwater nabij Swalmen dat zich, na afgraving, heeft ontwikkeld tot een habitattype met vochtige heiden en actief hoogveen. Het is, met bijna vijftig soorten, het beste gebied voor Libellen in Limburg. Naast bovengenoemde komen ook Het Elmpterbroek en het Melickerven besproken. Vanwege de aandacht die deze gebieden nu krijgen lijkt het er op dat andere (natuur)gebieden veel minder soortrijk zijn. Natuurontwikkeling werkt, maar in de presentatie wordt ook stilgestaan bij soorten die nog niet profiteren, bv dagvlinders, amfibieën en reptielen, en wat daarvoor zou moeten gebeuren. 

Natte naturontwikkeling in de NEderlandse grensstreek - J. Boeren _Stichting Koekeloere
Natte natuurontwikkeling_Ecotop2018_JBoeren.pdf (3.13MB)
Natte naturontwikkeling in de NEderlandse grensstreek - J. Boeren _Stichting Koekeloere
Natte natuurontwikkeling_Ecotop2018_JBoeren.pdf (3.13MB)
 

Meinweg Ecotop

Natuur in de grensstreek