Meinweg Ecotop 2015

Op zaterdag 26 september 2015 vond in Kasteel Daelenbroeck te Herkenbosch het natuursymposium Meinweg Ecotop 2015 plaats. Het was inmiddels het achtste achtereenvolgende jaar dat Duitse en Nederlandse veldbiologen en natuurvrienden bijeen komen om hun kennis grensoverschrijdend te wisselen.

Het centrale thema van de Ecotop 2015 was "Spraakmakende vogels in de Duits-Nederlandse grensregio". Veldbiologen, zowel de professionele als de vrijwilliger, presenteerden tijdens het ochtendprogramma de resultaten van hun onderzoek in de grensstreek. Ruim 160 personen namen aan deze dag deel, een dag die officieel geopend werd door de Burgemeester van Roerdalen mevrouw de Boer-Beerta. Zij heette de aanwezige van harte welkom in haar groene gemeente. Na een korte introductie van de dagvoorzitters Ton Lenders en Peter Kolshorn werd het woord gegeven aan de sprekers. Aan bod kwamen onder meer Boomvalk, Slechtvalk, Oehoe en Blauwe kiekendief, maar ook soorten als Kraanvogel en Draaihals kwamen aan bod. Tijdens het middagprogramma werd traditioneel een bezoek aan het gebied gebracht. 

Voor een fotoverslag van de Meinweg Eotop 2015, klik hier

Hieronder vindt u een korte samenvatting van de presentaties. U kunt de volledige presentatie ook downloaden.

Slechtvalk en Oehoe in de grensregio. Bernd Baümer  -NABU

Het gaat goed met de Slechtvalk in de grensregio. Deze, van oudsher broedvogel van steile rotswanden, heeft alternatieve broedlocaties gevonden in de vorm van kerktorens, watertorens, elektriciteitsmasten, zendtorens etc. Ze maken dankbaar gebruik van nestkasten die op deze hoge locaties worden aangebracht. Broeden op oude kraaiennesten komt ook voor. Ook de Oehoe is aan een opmars bezig en nadert de Nederlandse grens. 

Slechtvalk en Oehoe in de grensregio - Bernd Baumer - NABU
Uhus und Wanderfalken_Baumer_BSKS_Ecotop2015.pdf (2.29MB)
Slechtvalk en Oehoe in de grensregio - Bernd Baumer - NABU
Uhus und Wanderfalken_Baumer_BSKS_Ecotop2015.pdf (2.29MB)


De Boomvalk in het Roerdal. Scipio van Lierop & Henk Beckers / Werkgroep Roofvogels Nederland.

De Boomvalk Falco subbuteo is een kleine roofvogel welke in de zomermaanden in Nederland verblijft. Sinds de jaren ’80 neemt de soort binnen Nederland in aantal af. Van het toenmalige aantal van 2000 broedparen zijn er momenteel nog maar ongeveer 600 over. 
In Midden-Limburg, een kerngebied voor de soort binnen Nederland,  wordt al jaren populatieonderzoek uitgevoerd naar de soort. De verzamelde data hiervan zijn dit voorjaar  geanalyseerd, en de resultaten van deze analyse worden vandaag gepresenteerd. Aan de hand van deze resultaten kan inzicht worden verschaft welke problemen er mogelijk achter de landelijke afname zitten. 

De Boomvalk en het Roerdal. Scipio van Lierop & Henk Beckers - Werkgroep Roofvogels Nederland
Boomvalk_Midden Limburg _VanLierop_Beckers_Ecotop2015.pdf (936.94KB)
De Boomvalk en het Roerdal. Scipio van Lierop & Henk Beckers - Werkgroep Roofvogels Nederland
Boomvalk_Midden Limburg _VanLierop_Beckers_Ecotop2015.pdf (936.94KB)


De Draaihals op de Meinweg, een nestkastbewoner?  Jan Boeren - Stichting Koekeloere. 

De Draaihals op de Meinweg is verdwenen als broedvogel. Het laatste bekende broedgeval is alweer meer dan 25 jaar geleden. De laatste jaren worden echter weer vaker zingende mannetjes aangetroffen. Dit waarschijnlijk doordat de situatie in de overwinteringsgebieden beter zijn geworden. Tot een broedsel is het echter nog niet gekomen. Omdat het aantal geschikte nestholten vrij beperkt is zijn er in 2015 nestkasten opgehangen. Dit heeft nog niet geresulteerd in een broedgeval wel in een zingende vogel die zich bijna twee weken rondom deze nestkast heeft opgehouden. Ook maatregelen om reptielenbiotoop te verbeteren kunnen een positief effect hebben op de Draaihals. Wellicht dat in de toekomst deze zeer geheimzinnige soort weer als broedvogel kunnen verwelkomen.

De Draaihals op de Meinweg, een nestkastbewoner? Jan Boeren - Stichting Koekeloere
Draaihals Meinweg_Boeren_Koekeloere_Ecotop2015.pdf (1.68MB)
De Draaihals op de Meinweg, een nestkastbewoner? Jan Boeren - Stichting Koekeloere
Draaihals Meinweg_Boeren_Koekeloere_Ecotop2015.pdf (1.68MB)


De Blauwe kiekendief als wintergast op de Meinweg, GPS als hulpmiddel bij kiekenonderzoek.  Peter Heuts - Stichting Koekeloere & René Janssen - Bionet Natuuronderzoek 

In 2011 werd als bij toeval een grote slaapplaats van de blauwe kiekendief gevonden op de Meinweg. Waarom trekt dit gebied zoveel blauwe kieken aan in de winter? Deze vraag was de aanleiding om de daarop volgende winters een grootschalig onderzoek naar het gedrag van de blauwe kiekendieven op de Meinweg uit te voeren. Simultaan werd op de gehele Meinweg het aantal slapende blauwe kiekendieven geteld. Daarnaast werden de belangrijkste slaapplaatsen 's ochtends en 's avonds gemonitord. Tijdens de tellingen werden de aantallen, de variaties tussen de geslachten, de aanvlieg- dan wel wegvliegrichting alsmede de precieze slaapplek ingetekend. Na een winter van intensieve tellingen kwamen vragen naar voren als waar de jachtgebieden van deze hoge aantallen blauwe kiekendieven zouden liggen, waar ze vandaan komen, alsmede hoe de al vastgestelde fluctuaties gedurende de winter te verklaren zijn. Om hier antwoord op te vinden, werden de  simultaantellingen alsmede de achtereenvolgende tellingen op de voornaamste slaapplaatstellingen verder gezet. Om meer gedetailleerde informatie te verzamelen, werden daarnaast vijf vrouwtjes blauwe kiekendieven gevolgd door middel van GPS-GSM zenders. De slaapplaatsen, het gebruik van verschillende slaapplaatsen en de verschillende foerageergebieden werden vastgesteld. Na de winterperiode werden de trekroutes van deze blauwe kiekendieven ontdekt. Eenmaal de vrouwtjes hun broedgebieden hadden bereikt, kon het broedsucces worden afgeleid. Hun trekroutes terug zijn tot de dag van de Ecotop gevolgd. In deze presentaties worden slaapplaatstellingen van vier winters en ook de gegevens van de zenders gepresenteerd. Als laatste worden aanbevelingen gegeven om deze bijzondere slaapplaats op de Meinweg te behouden.

De Blauwe kiekendief als wintergast op de Meinweg, GPS als hulpmiddel bij kiekenonderzoek. Peter Heuts & Ernest van Asseldonk - Stichting Koekeloere, René Jansen - Bionet natuuronderzoek
Blauwe kiekendief_Heuts_Jansen_Asseldonk_Ecotop2015.pdf (3.68MB)
De Blauwe kiekendief als wintergast op de Meinweg, GPS als hulpmiddel bij kiekenonderzoek. Peter Heuts & Ernest van Asseldonk - Stichting Koekeloere, René Jansen - Bionet natuuronderzoek
Blauwe kiekendief_Heuts_Jansen_Asseldonk_Ecotop2015.pdf (3.68MB)


Nieuwe broedvogels in de grensregio. Peter Kolshorn & Hans Georg Wende  - Biologisch Station Krickenbecker Seen.


De laatste 10 jaar hebben zich verschillende vogelsoorten in de grensregio gevestigd die hier nog nooit eerder als broedvogel zijn vastgesteld (Bijeneter, Middelste Bonte Specht, Kortsnavelboomkruiper, Orpheusspotvogel) of soorten die al lang niet meer in onze regionen gebroed hebben (Raaf, Grauwe klauwier, Slechtvalk en Oehoe). De Slechtvalk en Oehoe zijn ter sprake gekomen in de bijdrage van Bernd Baümer tijdens de Ecotop 2015. In deze presentatie worden de overige soorten behandeld. Aan bod komen de actuele broedgebieden in de Duits-Nederlandse grensstreek, de biotoop voorkeuze van deze soorten. Ook wordt bekeken wat de herkomst is van de ‘nieuwe’ broedvogels en het waarom van hun (her)vestiging. Daarnaast worden kort enige Exoten besproken, vaak ontsnapte kooivogels, voornamelijk watervogels, die nu ook tot de ‘nieuwe’ soorten in de grensregio gerekend moeten worden.

Nieuwe broedvogels in de grensregio. Peter Kolshorn & Hans Georg Wende - Biologisch Station Krickenbecker Seen BSKS
Neue Brutvoegel_Kolshorn_ BSKS_Ecotop2015.pdf (1.12MB)
Nieuwe broedvogels in de grensregio. Peter Kolshorn & Hans Georg Wende - Biologisch Station Krickenbecker Seen BSKS
Neue Brutvoegel_Kolshorn_ BSKS_Ecotop2015.pdf (1.12MB)


Het Meinwegplateau als overwinter- en doortrekgebied voor vogels.
Patrick Lemmens - Stichting Koekeloere.


Het belang van de uitgestrekte heidevelden van NP De Meinweg voor vogels  is alom bekend en erkend. Veel minder is bekend over het belang van het –deels tot natuur omgevormde – Wolfs-of Beatrixplateau  voor het voorkomen van specifieke vogelsoorten. In de afgelopen jaren is het gebied nader onderzocht op het voorkomen van vogels tijdens de doortrekperiodes en gedurende het winterhalfjaar. Het aanzien van het Wolfsplateau is in de  afgelopen 125 jaar regelmatig ingrijpend veranderd. Daar waar het gebied tot ca. 1900 bestond uit woeste bos- en heidegronden werd het rond die tijd ontgonnen voor (intensief) landbouwgebruik van de ontstane voedselrijke gronden. Eind van de 20e eeuw werd het gebied  deels aangekocht door Dienst Landelijk Gebied (ca. 90 ha) en werd gestart met een beheer dat zich richt op het verarmen van de gronden door intensieve begrazing van graslanden door onder andere runderen en schapen. Het huidig beheer richt zich op het op middellange termijn terugkeren van heide- en graslanden met hier en daar verspreid staande bomen. Het beheer  komt hiermee tegemoet aan de wens om het gebied aantrekkelijk te houden voor pleisterende Kraanvogels waarvoor het gebied van oudsher van substantieel belang is.  In de afgelopen jaren is gebleken dat het gebied nog steeds een grote aantrekkingskracht heeft op pleisterende Kraanvogels waarbij de combinatie van natuurontwikkeling (wordt gebruikt als rustgebied) met kleinere delen akkerbouw (achtergebleven gewasresten) goed lijkt te werken. Juist deze combinatie lijkt ook debet te zijn aan de aantrekkingskracht op grote groepen Kol- en Toendrarietganzen in het winterhalfjaar. 
Het ingezette beheer lijkt echter ook zijn keerzijdes te hebben. Gedurende het winterhalfjaar zijn er- met uitzondering van Buizerds die op regenwormen jagen – relatief weinig roofvogels in het gebied aanwezig. Een gebrek aan muizen kan hier goed de oorzaak van zijn. Ook het aantal aanwezige  zaadeters blijft achter doordat door de intensieve begrazing het voedselaanbod in de winter beperkt is. Voor de komende jaren zal het een uitdaging zijn om met het in te zetten beheer zowel de pleisterende Kraanvogels te (blijven) behagen alsook met wellicht een kleine aanpassing in het beheer meer tegemoet te komen aan een aantal andere soortgroepen. 

Het Meinwegplateau als overwinter- en doortrekgebied voor vogels. Patrick Lemmens_Stichting Koekeloere
Vogels Wolfsplateau_Lemmens_Koekeloere_Ecotop2015.pdf (4.35MB)
Het Meinwegplateau als overwinter- en doortrekgebied voor vogels. Patrick Lemmens_Stichting Koekeloere
Vogels Wolfsplateau_Lemmens_Koekeloere_Ecotop2015.pdf (4.35MB)



 

Meinweg Ecotop

Natuur in de grensstreek